Een slachtoffer van grensoverschrijdende sexting is iemand van wie een naaktfoto/-filmpje doorgestuurd wordt tegen zijn/haar zin in, en hier fysiek of psychisch last van heeft. Je bent nog geen slachtoffer van grensoverschrijdende sexting als je zelf een naaktfoto/-filmpje stuurt, dit valt onder de noemer sexting.
Sexting is op zich geen normafwijkend gedrag en behoort tot de normale seksuele ontwikkeling. Dit is te toetsen met het Vlaggensysteem. We spreken van gezond seksueel gedrag als er sprake is van de volgende criteria: gelijkwaardigheid, wederzijdse toestemming, leeftijdsadequaat, vrijwilligheid, context adequaat en zelfrespect. Deze criteria zijn vastgelegd in het Vlaggensysteem (Sensoa en Movisie, 2010). Het Vlaggensysteem stimuleert gezond seksueel gedrag en draagt bij aan het duiden, beoordelen, voorkómen en terugdringen van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
De grens over
De realiteit laat zien dat, met betrekking tot cyberseks en grensoverschrijdende sexting, het stadium van verbieden gepasseerd is. Zodra de ontvanger sexts deelt met anderen, spreken we van grensoverschrijdend gedrag. De gevolgen zijn onuitwisbaar. Als je deze situatie, het delen van beelden zonder wederzijdse toestemming, toetst aan het Vlaggensysteem, dan blijkt dat er sprake is van grensoverschrijdend gedrag.
Vaak meisjes
Een slachtoffer van grensoverschrijdende sexting is in 80% van de gevallen een meisje, van zeer jonge leeftijd die al vroeg seksueel actief is. Minderjarige jongeren hebben een verhoogd risico door hun (financiële) afhankelijkheid. Er wordt vaak geld betaald voor het verspreiden van de sexts (Hauska, 2017). Jongeren met een licht verstandelijke beperking zijn een groter risico omdat deze jongeren kwetsbaarder zijn. Hierdoor zijn ze afhankelijker van anderen, makkelijker te manipuleren en minder weerbaar.
Slachtoffers zijn over het algemeen tussen de 10 en 18 jaar. Deze jongeren bevinden zich dan in de adolescentiefase. In de adolescentiefase zijn de jongeren meer gericht op wat de omgeving van hen denkt dan wat ze van zichzelf vinden. Het vertonen van risicogedrag is een veel voorkomend begrip binnen de adolescentie. Crone (2011) geeft aan dat adolescenten in deze fase eerder geneigd zijn om gevaarlijke acties te ondernemen, maar nog niet goed in staat zijn om controle uit te oefenen over deze acties.
Jongeren met een laag zelfbeeld voelen zich onaantrekkelijk, afwijkend of minderwaardig ten opzichte van leeftijdsgenoten. Ze hebben het gevoel vaak afgewezen te worden en er niet bij te horen. Dit versterkt hun verlangen naar goedkeuring en verbondenheid. Er is gebleken dat jongeren gedurende sexting niet worden afgewezen door de ontvanger van de sexts, waardoor hen dit een gevoel van veiligheid en waardering geeft.
Niet meer in de hand
Als een foto of film eenmaal is verstuurd, hebben slachtoffers niet meer in de hand wat een ander ermee gaat doen. Er wordt vaak gedreigd om het beeldmateriaal te verspreiden. Kenmerkend is dat slachtoffers vervolgens uit angst over hun eigen grenzen gaan. Slachtoffers voelen zich vaak somber en kunnen zich zo intens schamen dat ze niemand meer willen of durven te zien. Zichzelf isoleren is dan ook een persoonlijk kenmerk van jongeren die te maken hebben met grensoverschrijdende sexting. Slachtoffers zijn vaak erg impulsief en willen erbij horen. Het is moeilijk voor deze jongeren om de gevolgen op lange termijn te overzien. Vandaar dat de weerbaarheid van het slachtoffer een grote rol speelt. We kunnen stellen dat slachtoffers zowel impulsief handelen als geen grote weerbaarheidsfactor hebben. Factoren als de gezinsachtergrond, misbruik en disfunctionele gezinnen spelen een rol. Vaak zijn deze jongeren helemaal op zichzelf aangewezen, geïsoleerd en letterlijk aan het overleven.
Jongeren in de faseproblematiek vormen ook een groter risico. Hiermee worden jongeren bedoeld met heftig pubergedrag. Ze hebben vaak uit de hand gelopen conflicten met ouders, leven tussen twee culturen of hebben contact met foute jongens op een voor hun fout moment.
Een onderzoek naar de ontwikkeling van het brein door professor Westenberg (2008) heeft aangetoond dat het deel van de hersenen, die de gevoeligheid voor de negatieve consequenties van gedrag reguleert (prefrontale cortex), zich relatief laat ontwikkelt in de adolescentiefase. Met andere woorden: jongeren zijn meer gericht op de positieve aspecten van hun gedrag dan de consequenties. Net als bij grensoverschrijdend gedrag in de adolescentiefase, spelen groepsnormen en het gedrag van leeftijdsgenoten een belangrijke rol. Meisjes hebben bijvoorbeeld vaak de indruk dat ze wel aan sexting moeten doen om aanvaard te worden door jongens. Ze gebruiken sexting in de hoop om zo aandacht en populariteit te verkrijgen.