|
Seksualiteit en zorgopleidingen |
|
|
De seksuele vorming is minimaal en voor een gezonde seksuele beleving is nauwelijks aandacht. En niet alleen in de zorg voor jongeren met een verstandelijke beperking, maar ook voor ouderen en in de psychiatrie en jeugdzorg, meent Daphne Kemner, orthopedagoog-seksuoloog NVVS bij Zodiak.
Naar aanleiding van het nieuws dat meisjes in het speciaal onderwijs vaker worden gedwongen tot grensoverschrijdend gedrag dan leeftijdsgenoten in regulier onderwijs, stelt Anne Nales dat seksuele voorlichting 'wel wat minder vrijblijvend' mag zijn (Trouw, 28 maart). Zij pleit ervoor seksuele voorlichting in het speciaal onderwijs niet onder te brengen bij andere vakken, maar om er een apart vak van te maken dat wekelijks terugkomt.
Kwetsbare groepen
'Dat kwetsbare groepen hierin moeten worden gedoceerd en begeleid staat niet ter discussie. Echter, niet alleen (kwetsbare) jongeren moeten leren over een gezonde seksualiteit, ook diegenen die als onderwijzer of zorgverlener bij hen betrokken zijn hebben meer kennis nodig. Door het gebrek aan aandacht hiervoor in (zorg)opleidingen blijft seksualiteit in de taboesfeer hangen. Hoewel er programma's zijn voor het bespreken van seksualiteit, zijn deze vaak oppervlakkig en kortdurend en richt men zich daarbij te veel op de voorlichtingskant. De hele seksuele opvoeding en ontwikkeling worden doorgaans buiten beschouwing gelaten.
Technische kant
Te weinig kennis resulteert in onbeantwoorde zorgvragen bij cliënten en niet weten hoe te handelen bij zorgverleners. Aandacht voor seksualiteit is er vooral bij problemen. De seksuele vorming is minimaal of belicht vaak alleen de 'technische' kant, zoals Nales ook al schetst. Voor een gezonde seksuele beleving is nauwelijks aandacht.
Wanneer je in de zorg werkt, leer je tijdens je opleiding niet hoe je de behoefte aan ondersteuning op dit gebied kunt herkennen en wat je kunt doen bij hulpvragen. Verstandelijk beperkten hebben weinig kennis over het omgaan met seksualiteit en vaak is er sprake van eenzijdige informatiebronnen zoals pornofilms. Ze weten niet waar ze hun vragen kunnen stellen over dit onderwerp en gaan dan op eigen houtje vormgeven aan hun seksualiteit, zonder de juiste informatie en begeleiding.
De gevolgen zijn vaak negatief. Denk aan gevaarlijk experimenteergedrag, weinig hygiëne, het lastigvallen van anderen, afwijkende voorkeuren, grote schaamtegevoelens en geen mogelijkheid om van seksuele gevoelens te genieten.
Ik zie het daarom als de plicht van zorgopleidingen om het thema seksualiteit op te nemen in hun programma's. Niet alleen in de zorg voor verstandelijk beperkten, maar ook bij ouderen, in de psychiatrie en in de jeugdzorg is het een belangrijk onderwerp.
Brede benadering
Het gaat om een brede benadering: op welke wijze kun je iemand ondersteunen bij het vormgeven van zijn seksuele behoeften als hij van zorg afhankelijk is of wordt? Hoe ga je om met het thema seksualiteit bij fysieke verzorging en hoe kun je bij problemen met gedrag ook verklaringen met betrekking tot seksualiteit overwegen? Ook aandacht voor de invloed van medicatie op seksualiteit is hard nodig.
Huis-tuin-en-keuken
Seksualiteit moet een huis-tuin-en-keukenonderwerp zijn en net zo concreet worden begeleid als bijvoorbeeld omgaan met eten en drinken. Laat instellingen bij de zorgopleidingen aangeven dat ze behoefte hebben aan goed geschoolde professionals op dit gebied. In de tussentijd is het de verantwoordelijkheid van zorginstellingen om hun medewerkers goed te scholen, zodat zij beter in staat zijn het thema seksualiteit voor hun cliënten positief te kunnen vormgeven.
Zolang het thema niet goed wordt geborgd in zorgopleidingen, de zorgorganisaties en bij de zorgprofessionals, gaat kennis weer verloren. Zo blijft het in de taboesfeer en blijft het een blinde vlek in de gezondheidszorg, met alle gevolgen van dien.'
Bron: Trouw - Daphne Kemner, orthopedagoog - seksuoloog NVVS.
