Vorig jaar startte Argos in samenwerking met de VPRO een onderzoek onder slachtoffers van georganiseerd seksueel misbruik. Meer dan tweehonderd mensen deelden hun verhaal via een online vragenlijst, die met behulp van verschillende experts is opgesteld. Deelnemers spreken openhartig over misbruik op sportclubs en internaten, over loverboys en sekten.
Honderdveertig van de verhalen zouden - als de aangevers zich bij de politie melden - het stempel 'rituele kenmerken' krijgen. Dat is seksueel misbruik met heel macabere kanten. Satanische handelingen bij kaarslicht, martelingen, zelfs het ritueel offeren van baby's, worden genoemd.
Geen bewijs
Het is in Nederland zo geregeld dat aangiftes met rituele kenmerken in een vroeg stadium moeten worden doorgestuurd naar de LEBZ - De Landelijk Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken van de politie. Het doel van de LEBZ is om valse beschuldigingen te voorkomen. Ze stellen dat noch in Nederland, noch elders in de wereld ooit bewijs is gevonden voor ritueel misbruik.
Schokkende overlap
Onder rechtspsychologen is de opvatting dominant dat de gruwelijke herinneringen van slachtoffers niet authentiek zijn, maar worden aangepraat in therapie. Is dat wel zo? Moeten hun verklaringen niet net zo serieus worden genomen als ieder ander signaal van ernstig, seksueel misbruik? Argos deed een jaar lang onderzoek naar de verhalen van slachtoffers, analyseerde de soms schokkende overlap in hun verhalen en toetste aan de hand van deskundigen in binnen- en buitenland, de aannames over ritueel misbruik.
Het onderzoek is vervat in een podcast en hier te beluisteren.
Bron en illustratie: Argos/VPRO